Denker en doener (Recensie biografie Paul Scholten)

Zoals ik in mijn vorige blog aankondigde: hierbij mijn reactie op de biografie die in december verscheen. Het is in alle opzichten een prachtig boek geworden. Een genot om te lezen. Fraai, informatief en inspirerend. En niet meer dan 300 bladzijden – zoals een goede biografie betaamt.
Fraai
Niet alleen de omvang is “aan de maat”, het boek voldoet ook overigens aan alle eisen die je kunt stellen aan een goede biografie. Het is zeer toegankelijk, je wordt als lezer het verhaal in gezogen. Geschreven met een vlotte pen. Met milde humor, die nergens in cynisme ontaardt. Met sympathie voor de geportretteerde, die nergens in heldenverering ontaardt. Pikant is in dat verband de opneming van een citaat uit het werk van Scholten waarin deze beschrijft aan welke eisen een goede biografie moet voldoen: Niemand, die zich tot een biografie zet, zal slagen als hij den man, wiens leven hij gaat beschrijven, niet liefde toedraagt. Het vergt durf van een biograaf om zo’n citaat op te nemen! Maar het boek van Chorus voldoet er in ten volle aan.
Het geeft bovendien niet alleen een indrukwekkend portret van de hoofdpersoon, maar tevens van de tijd waarin hij leefde. En het beoordeelt de gebeurtenissen van toen niet naar de normen van nu, maar naar de normen van de tijd waarin ze zich voordeden. Want, zoals Chorus zelf schrijft: Om Paul Scholten en zijn werk te bezien moeten wij de tijd waarin hij leefde tot uitgangspunt nemen. Als een soort van toegift (zo beschouw ik het althans) geeft de schrijver heldere en rake samenvattingen van de belangrijkste publicaties van Scholten. De uitgever heeft het boek zeer verzorgd uitgegeven. Zwaar papier, een voornaam uiterlijk, solide ingenaaid zodat het niet uit elkaar kan vallen, en voorzien van twee registers. En dat alles voor maar dertig euro.
Informatief
Verdeeld over tien hoofdstukken vertelt de schrijver het levensverhaal van Scholten. Chronologisch geordend. Maar die ordening valt toch ook tot op zekere hoogte samen met “kantelpunten” (zoals Chorus ze aanduidt) in het leven en werken van Scholten. De verschillende perioden in Scholtens leven krijgen zo elk een eigen inhoudelijke lading. De schrijver lijkt met deze keus een gelukkige hand te hebben gehad.
Als juristen kenden wij Scholten tot dusver voornamelijk uit zijn talrijke publicaties. Natuurlijk, er waren enkele korte levensbeschrijvingen, op hoofdlijnen kenden we het levensverhaal al wel. Maar het bleven in hoge mate losse, op zichzelf staande publicaties. Je moest als lezer zelf de verbanden zoeken (die er natuurlijk wel zijn). Het verbindende verhaal ontbrak – tot aan het verschijnen van deze biografie.
Wat mij het meest verraste, maar door Chorus duidelijk in het licht wordt gesteld, is dat Scholten niet alleen een groot denker (schrijver), maar ook een groot doener (organisator) blijkt te zijn geweest. Een niet-volledige opsomming van zijn activiteiten: in zijn studententijd secretaris van het Amsterdams Studentencorps waarvan hij, zoals voor studenten van zijn stand gebruikelijk, aldus Chorus, lid was geworden; daarna mede-oprichter van het Amsterdams Lyceum (school voor “bijzonder neutraal onderwijs”; 1916), centrale figuur bij de oprichting van de Rechtshogeschool in Batavia (1924) en bij de organisatie van het eeuwfeest van de UvA (1932), voorzitter van het NBG (jaren ’30), zijn werk in het verzet (1940-1945) en in het opstellen van de kerkorde van de Nederlandsche Hervormde Kerk (jaren ’30-’40); na de oorlog de zuivering van het hoge ambtenarenapparaat en de rechterlijke macht. Van de meeste commissies waarvan hij deel uitmaakte, was hij voorzitter. En als hij geen voorzitter was, dan toch in ieder geval wel een (of: de) drijvende kracht. Hetzelfde geldt voor de redacties van de vele tijdschriften, waarvan hij deel uitmaakte. Dat beperkte zich niet tot juridische tijdschriften, maar omvatte ook – deels door hemzelf (mede) opgerichte – theologisch getinte periodieken. Doel van die periodieken was vooral het christelijke volksdeel toe te rusten tot waakzaamheid in die woelige en onzekere tijden.
Zoals gezegd: die actieve kant was onder juristen wel enigszins bekend, maar toch veel minder dan zijn juridische en rechtsfilosofische geschriften. Ik schrijf met opzet: “actieve” kant, niet: “activistische” kant. Want Scholten was geen activist om het activist zijn. Hij werd gedreven, mèt vele medestanders die in deze biografie eveneens ruim aan hun trekken komen, door een innerlijke drang om in actie te komen met het oog op de noden van hun tijd, zoals zij die zagen.
Inspirerend
Een betoog appelleert aan de ratio, een verhaal raakt het hart, het gemoed. Dat laatste geldt in hoge mate voor dit levensverhaal. Het maakt je als lezer klein. Zo komen bijvoorbeeld de praktische beslommeringen en moeilijkheden die de oorlog met zich bracht sober, bijna zijdelings in beeld. Die golden natuurlijk ook voor miljoenen anderen. Maar juist die soberheid roept de beklemmende sfeer op die die periode kenmerkte.
Hij was afkomstig uit de bovenlaag van de samenleving, maar het is zeker niet zo dat hij in zijn leven koos voor het behoud van wat hem zoal in de schoot was geworpen. Tegen de stroom van de tijd in verdiepte zijn geloof zich met de jaren en ging hij zich inzetten voor een kerk die midden in het leven moest staan. Hij hielp de rechtswetenschap vormen naar de eisen die de zich industrialiserende maatschappij stelde, werd een belangrijk criticus van de positivistische wetenschap en was zijn tijd vooruit met zijn kijk op de koloniale kwestie. (…) Zijn tengere en wat broze lichaam stelde hij geheel in dienst van zijn intellectuele werk, schrijft Chorus. En in de korte tijd die hem na de oorlog nog was gegund, ook in dienst van het werk aan het rechtsherstel en de wederopbouw van de rechtsstaat en de democratie, voeg ik eraan toe.
Zijn grote plichtsbesef werd ten slotte – naast een zwakke gezondheid – mee de oorzaak van zijn vroegtijdige dood. Aldus Chorus in de slotbeschouwing van zijn waardevolle boek.
In een van de komende nummers van Soϕie (het blad van de Stichting voor Christelijke Filosofie) hoop ik een wat uitvoeriger boekbespreking te mogen plaatsen.
Deze blog is de vijftiende aflevering in een serie over rechtsgeleerde Paul Scholten, geschreven door jurist Wim Borst.
Voor tijdschrift Sophie nr 1 2023 schreef Wim Borst een uitgebreide recensie over de biografie.
Lees ook in deze serie:
Blog 1: ‘Paul Scholten, wie was hij?’
Blog 2: ‘Mijn kennismaking met Paul Scholten.’
Blog 3: ‘Paul Scholten en de oorlog: ”Zoo is dan de oorlog weder losgebroken over Europa.‘
Blog 4: ‘Paul Scholten over vrede: ”Vrede maken, vrede stichten: het is bij uitstek de taak van de kerk.’
Blog 5: ‘De receptie van het werk van Paul Scholten.’
Blog 6: ‘Rechtsvinding: ratio en intuïtie.’
Blog 7: ‘Waarheid: de kwetsbare grondslag van het recht’
Blog 8: ‘Recht en artificiële intelligentie’
Blog 9: ‘Tot het Oude Testament zullen wij ons meer hebben te wenden…‘(1)
Blog 10: ‘Tot het Oude Testament zullen wij ons meer hebben te wenden…‘(2)
Blog 11: ‘Het koningschap en de les van Engeland’.
Blog 12: ‘Recht en AI: is de mens een domme computer?
Blog 13: ‘Dialectiek: een conflict van plichten’
Blog 14: ‘Mini-symposium rond de biografie van Paul Scholten’