5 mei 2022 / 

 / 

De ‘receptie’ van het werk van Paul Scholten

Deze tekst was oorspronkelijk bedoeld als derde aflevering van mijn blog, om de inleiding te completeren. De actualiteit van de oorlog in Oekraïne verstoorde die planning. Daarom nu als vijfde aflevering. 

Wij juristen spreken van oudsher over ‘de receptie’ van het Romeins recht in West-Europa. Daarmee bedoelen we de manier waarop het Romeinse recht hier ingang heeft gevonden in de theorie en de praktijk van het recht. Zo wil ik in deze blog vertellen over de “receptie” van het rechtsfilosofisch werk van Scholten in ons land en daarbuiten.

Aandacht ebt weg

In mijn tweede blog schreef ik al dat in de jaren dat Scholten publiceerde, dus van 1915 tot 1946, in de  juridische vakpers veel van zijn publicaties door anderen werden aangekondigd, gerecenseerd, gekritiseerd. Die belangstelling duurde voort tot enige jaren na Scholtens overlijden. Zo besteedde Langemeijer, Procureur-Generaal bij de Hoge Raad en hoogleraar rechtsfilosofie te Leiden, uitgebreid aandacht aan Scholten in zijn studieboeken over rechtsfilosofie (1956, 1963). En Kisch, een leerling van Scholten, wijdde in 1952 een uitvoerige bespreking aan de verschijning van Scholtens Verzamelde Geschriften.

Na Kisch en Langemeijer ebde de belangstelling weg. Een kortstondige opleving was te zien begin jaren ’70. Van Dunné veroorzaakte wat reuring met zijn proefschrift (1971) over Normatieve uitleg van rechtshandelingen, waarin hij probeerde Scholten en diens Leidse tegenvoeter Meijers tegen elkaar uit te spelen. In 1975 verscheen ter gelegenheid van Scholtens honderdste geboortedag het al eerder vermelde bijzonder nummer van het WPNR. Incidenteel bleven ook daarna publicaties verschijnen, vooral over de rechtsvindingsleer (de methodologie) van Scholten. Niet de minst belangrijke was natuurlijk het proefschrift van Bruggink (1983), getiteld Wat zegt Scholten over recht. Ook werd aan Scholten aandacht besteed in enkele overzichtswerken en biografische bundels over grote Nederlandse juristen. De juristenkring van het Internationaal Christelijk Studiecentrum, een van de voorgangers van ForumC, heeft in de jaren ’80 wat publicaties opgeleverd in de reeks Cahiers, het toenmalige periodiek van het ICS.

Universiteit van Amsterdam (UvA) en andere initiatieven

Op 1 januari 1994 werd aan de UvA het Paul Scholten Instituut (PSI) opgericht. Dat stelt zich ten doel onderzoek bijeen te brengen en te bevorderen naar grondslagen van ethiek en recht. Met de naamgeving eerde de Amsterdamse Alma Mater een van haar grootste zonen. Een conferentie in 1995 leidde tot een bundel opstellen over De actualiteit van Paul Scholten (1996). Een mooie bundel. Maar (ik citeer letterlijk): “Alle sprekers waren het erover eens dat Scholtens gedachtengoed  ontdaan zou moeten worden van de al te christelijke kantjes”. Eén van hen concludeert vervolgens dat de betekenis van het werk van Scholten voor zijn onderwerp, de strafbaarheid van de rechtspersoon, “beperkt” is. Ik zou zeggen: dat geldt voor heel de ‘geseculariseerde’ Scholten zoals het PSI zich die wenst. Dat inzicht bevestigt – onbedoeld – de uitspraak van Scholten: “Wie meent rechts- en levensopvatting te kunnen scheiden, schaadt beide”. Het PSI leeft voort als The Paul Scholten Centre for Jurisprudence. In het Research Program 2019-2024 komt de naam van Scholten niet voor.

Niettemin zijn in de boezem van de UvA nog twee heel fraaie initiatieven ontstaan. In 1999, dat is honderd jaar na dato, werd Scholtens proefschrift opnieuw uitgegeven. Dat ging over Schadevergoeding buiten overeenkomst en onrechtmatige daad. Dat wanprestatie en onrechtmatige daad de veroorzaker tot schadevergoeding verplichten, spreekt vanzelf. Maar soms moet iemand schade van een ander vergoeden zónder dat hij wanprestatie of een onrechtmatige daad heeft gepleegd. Hoe kan dat? Wat is de rechtvaardiging daarvan? Aan die vragen was het proefschrift gewijd. Scholtens boek was toen vernieuwend. En het is vandaag de dag nog onverminderd actueel. Er worden tegenwoordig steeds vaker schadevergoedingen door de overheid toegekend zonder dat daar een misdraging van diezelfde overheid aan ten grondslag ligt. Denk bijvoorbeeld aan de miljarden die zijn uitgekeerd aan ondernemers die schade hebben geleden door de lockdown.

Veel groter en omvangrijker dan de heruitgave van het proefschrift is het Digital Paul Scholten Project (DPSP), dat  in 2010 aan de UvA van start ging. Daarover straks. Om de chronologie niet te doorbreken, noem ik eerst nog twee andere initiatieven, buiten de UvA. Over de Scholten-studieochtenden, die in 2003 startten, heb ik al verteld in mijn vorige blog. Gestart als los initiatief, is deze activiteit in de loop der jaren onder de vleugels van ForumC gebracht. In diezelfde tijd begon Timo Slootweg als universitair docent in Leiden. Hoewel zelf geen jurist maar historicus en filosoof, geeft hij onderwijs in de rechtsfilosofie. Daarin is hij veel bezig met het werk van Scholten. “Bij alles wat ik doe, is Scholten nooit ver weg”, schreef hij mij eens. Dat heeft inmiddels geleid tot een heel aantal diepgravende artikelen en enkele fraaie bundels. Daarnaast beheert hij samen met Bas Hengstmengel de website van het Paul Scholten Genootschap voor rechtstheologie.

Het Digital Paul Scholten Project (DPSP)

Ik eindig met het al even genoemde DPSP. Dit project werd geïnitieerd door Liesbeth Huppes-Cluysenaer, tot 2012 part time werkzaam bij de Afdeling Algemene Rechtsleer van de UvA. Het DPSP beoogt het belangrijkste rechtsfilosofische werk van Paul Scholten in internationaal verband bespreekbaar te maken door een Engelse vertaling ervan op een website te plaatsen. Inmiddels staan de complete Verzamelde Geschriften van Paul Scholten, vier delen, tezamen ruim 1800 pagina’s, als pdf op internet. Daarmee zijn ze integraal op woordniveau doorzoekbaar. Daarnaast staat het (ook in een eerdere blog al vermelde) Algemeen Deel erop, zowel de originele Nederlandse uitgave van 1931 als een Engelse vertaling ervan. De artikelen van Scholten worden een voor een in het Engels vertaald, er worden symposia georganiseerd, er verschijnen bundels met studies. Een werkelijk schitterend project, van onschatbare waarde voor het Scholten-onderzoek. En er blijkt tot in Indonesië belangstelling voor te bestaan. Dat zal verband houden met het feit dat Scholten in 1924 in Batavia heeft gewerkt aan de oprichting van de Rechtshogeschool aldaar. Men is hem kennelijk in Indonesië nog niet vergeten.

Voor het DPSP zie de site www.paulscholten.eu

– – – – –

Deze blog is de vijfde aflevering in een serie over rechtsgeleerde Paul Scholten, geschreven door jurist Wim Borst.

Blog 1: ‘Paul Scholten, wie was hij?’
Blog 2: ‘Mijn kennismaking met Paul Scholten.’
Blog 3: ‘Paul Scholten en de oorlog: ”Zoo is dan de oorlog weder losgebroken over Europa.
Blog 4: ‘Paul Scholten over vrede: ”Vrede maken, vrede stichten: het is bij uitstek de taak van de kerk.’
Blog 5: ‘De receptie van het werk van Paul Scholten.’
Blog 6: ‘Rechtsvinding: ratio en intuïtie.’
Blog 7: ‘Waarheid: de kwetsbare grondslag van het recht’
Blog 8: ‘Recht en artificiële intelligentie’
Blog 9: ‘Tot het Oude Testament zullen wij ons meer hebben te wenden…‘(1)
Blog 10: ‘Tot het Oude Testament zullen wij ons meer hebben te wenden…‘(2)

Een overzicht van deze blogserie is te vinden op de webpagina van ons juristennetwerk.

Verder lezen?

Nu jij!

Wat denk jij? Reageer hieronder!

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.